Op bezoek bij Sente Plone (28 jan. 2023)
Sinds de ‘geutelingenoorlog’ in 2016 losbrak kunnen de wandelaars van twee geutelingen-wandelingen genieten. Eén in Elst georganiseerd door de Randstappers en één in Michelbeke, de enige tocht dat slapende club ‘Dwars door Brakel’ nog inricht.
Eerlijkheid gebiedt te vertellen dat het enige en echte geutelingendorp Elst is, dorp gewijd aan de heilige Apollonia, hier beter bekend als Sente Plone. Deze eerbiedwaardige heilige stierf op latere leeftijd op de brandstapel, nadat al haar tanden eerst werden uitgeslagen. Ze werd dan ook aanroepen tegen tandpijn en wordt meestal voorgesteld met een trektang in de hand. Extractie was trouwens eeuwenlang het enige doeltreffend middel tegen kiespijn. Op 9 februari, haar naamdag, kwam men uit de omliggende dorpen op bedevaart naar Elst, om de gunsten van deze heilige af te smeken. Na afloop at men een geuteling, een zachte ovenkoek waarvoor je geen gebit nodig hebt. Duizendpoot herinnert zich dat hij als klein manneke, op 9 februari, vóór de school begon, met zijn moeke te voet, over de besneeuwde velden, van Michelbeke naar Elst trok, om er de mis bij te wonen. Vandaag zou men dat ‘kindermishandeling’ noemen; voor hem is dat een tedere herinnering.
Tot het eind van de jaren ’30 maakte ieder gezin begin februari een ketel deeg klaar en trok ermee naar de dichtstbijzijnde boerderij, waar er op de gloeiende stenen van de houtoven geutelingen werden gegoten. Met het verwateren van het volksgeloof verdwenen de bedevaarten en ook de geutelingenbak ging teloor… tot de plaatselijke jeugd van Elst onder leiding van Johan de Koekelare zaliger, in de jaren ’70, deze typische ovenkoek nieuw leven inblies. Er werd een geutelingencomité opgericht en nog eens 10 jaar later werd op de St-Apolloniakermis een Geutelingenfeest ingericht. De festiviteiten hadden steeds plaats op de zondag na 9 februari en groeiden in de loop der jaren uit tot een groots evenement dat duizenden mensen naar dit dorpje van de Vlaamse Ardennen lokt. Sinds 2001 werd ook een geutelingenwandeling ingericht waarbij elke wandelaar gratis een geuteling uit het vuistje aangeboden kreeg. Maar de tijden veranderen…
Geutelingen in houtoven
Ieder jaar moesten dus steeds meer geutelingen worden gegoten. Maar aangezien er in Elst slechts 3 houtovens meer beschikbaar zijn, werd het nog moeilijk aan de stijgende vraag te beantwoorden. Bovendien is het arbeidsintensief werk, worden de bakkers een jaartje ouder en staat de jongere generatie niet te springen om de klus over te nemen. Een telg van het geslacht De Koekelare had toen het lumineus idee een gasinstallatie te laten ontwerpen, waarmee zo’n 1600 geutelingen per uur konden worden gegoten. Deze methode zou volgens hem niets afdoen aan de kwaliteit en het uitzicht van het gebak. Maar de andere leden van het comité gingen steigeren: de geuteling was een ambachtelijk product en moest het ook blijven! De breuk was dus onvermijdelijk en het comité moest noodgedwongen naar buurgemeente Michelbeke uitwijken. Men liet twee mobiele houtovens bouwen waarmee voortaan in een grote tent van half januari tot half maart geutelingen worden gegoten en bezoekers worden ontvangen. Voortaan hebben beide gemeenten hun ‘ieste geute’, hun geutelingenfeest en hun geutelingenwandeling.
Vandaag is Elst aan de beurt en zoals gewoonlijk is het start in feestzaal Ter Elst, aan de achterkant van Slagerij De Koekelare. In hun achtertuin staat ook het Geutelingenmuseum, waar je alles kan te weten komen over de herkomst van deze lekkernij; maar het is maar voor folkloristische demonstraties dat deze lemen houtoven nog wordt aangestoken. De geutelingen die hier van mei tot september worden verkocht, zijn gas-delicatessen.
Vandaag geen enkele andere wandeling in Oost-Vlaanderen en het belooft droog te blijven. Een garantie voor een hoge opkomst! En zoals gewoonlijk worden ons 3 lussen aangeboden. De Lus A vertrekt langs de St-Apolloniakerk, waarvan het portaal open staat. Straks, aan het einde van onze tocht nemen we zeker nog een kijkje! Een kerkpad brengt ons naar de Lepelstraat, ter hoogte van een witte bepleisterde veldkapel tussen twee linden. We slaan de Molenkouterweg in, waar twee alpaca’s ongeïnteresseerd ons de rug toedraaien. Het zijn meestal nieuwsgierige, goedaardige diertjes die gemakkelijk te hanteren zijn en in tegenstelling tot andere lama’s zelden spuwen. Ze zijn afkomstig van het Zuid-Amerikaans hooggebergte van de Andes, waar ze als boerderijdieren worden gehouden. Maar we zien ze steeds vaker in onze contreien opduiken. Ze worden meestal gehouden om hun wol, warmer en sterker dan eender welke andere wol en bovendien hypoallergeen en er bovenop nog eens brandbestendig en waterafstotend. Dus een wonderproduct!
Haaghoek en Keilos in Zegelsem
Zó komen we op de Gentsestraat die we oversteken, richting Sieregem. Het Hof te Sieregem is een voormalige kloosterhoeve van de abdij van Ename, reeds vermeld in de 16de eeuw. Een grote bakstenen hoeve van het semigesloten type met een ruim gekasseid binnenerf. De huidige bedrijfsgebouwen zouden dateren uit de 19de eeuw en de boerenwoning zou begin 20ste eeuw vervangen zijn. Dan zakken we de Pottenberg af, een helling van 1200m Links in de diepte zien we de gebouwen van ’t Meuleke Perlinck, één van de oudste watermolens in de Nederlanden. We slaan de Pijkenierslos in, waar
we grote waterplassen moeten trotseren. Deze los komt uit op de Haaghoek, een geklasseerde kasseistrook, vooral bekend uit de voorjaarklassiekers en die St Kornelis-Horebeke met Zegelsem verbindt. We komen trouwens Zegelsem binnen en nemen links de Keiweg . Bijna boven staat het Oecumenisch Monasterium Mariakluizen, bijna 40 jaar geleden gesticht door twee broeders die er wilden bidden en werken volgens de heilige Benedictus. Wie nood heeft aan bezinning kan tijdelijk zijn intrek nemen in één van de vijf houten kluizen in het kloosterhof.
Sint-Apolloniakapel
En dan nemen we de lange Doorekouterslos die ons terug aan het begin van de Pottenberg brengt, waar Café ‘Hoekse al 4 generaties lang door Van den Broekes wordt uitgebaat. Een taverne waar je in een familiale sfeer, na een stevige wandeling of een vermoeiende fietstocht bij een stevige pint een kleinigheid kan eten. Ter gelegenheid van de kermis staan de dorpsreuzen aan de deur. Ze beschikken hier ook nog over een houtoven waarin dezer dagen met grote gedrevenheid geutelingen worden gegoten. Aan de overkant van de steenweg, bij het begin van de Lepelstraat staat de St-Apolloniakapel. Ze dateert van 1808 en werd gebouwd ter vervanging van de 16de eeuwse kapel die in 1789 door de Franse overheid werd afgebroken. Het was de buurtkapel van de Pottenberg en werd tot midden 20ste eeuw door de buurtbewoners goed onderhouden, maar dan begon ze te vervallen. Zo’n 10 jaar geleden zorgde de gemeente Brakel voor een grondige restauratie, zodat ze opnieuw schittert als weleer. En dan brengt het Keuzelpad ons terug aan de zaal, waar we even pauzeren, alvorens aan lus B te beginnen.
Deze keer slaan we Ter Walle in. Links de dorpsschool, voormalig klooster van de Zusters van St Franciskus van Opbrakel; rechs, midden de velden het historische Hof ter Walle, een 18de eeuwse vierkantshoeve, geklasseerd als bouwkundig erfgoed, waar enkele jaren geleden een dierenartse haar praktijk vestigde. Wat verderop het kattenpension ‘Felix en Minou’, waar je huisdier voor een korte periode kan logeren. Op de hoek van de Smisstraat een kapelletje in rode baksteen uit 1885, gewijd aan O-L-Vrouw van Lourdes. Vandaag zullen we nog wel meer uitingen van vervlogen vroomheid tegenkomen.
En dan begeven we ons naar het Wederspad, een kronkelend en geaccidenteerd paadje dat op en af gaat en beneden de Dorrebeek kruist. Maar daar waar het Beukenpad en het Sonkpad erbij komen volgen we dat laatste en komen zó op de Taalman, lange, rechte betonnen helling, in volksmond wel eens de skipiste genoemd. Links van ons de beboste helling van de Dorrebeek; de Dompels
Taalman of "skipiste"
In den Hengst
We klimmen dus via het asfalt naar boven en kunnen dan genieten van een mooi panorama over de vallei. We zitten nu op Twaalfbunder en voor wie zich afvraagt wat die naam betekent; een bunder is een middeleeuwse vlaktemaat, zijnde 4 dagwand of een kleine 1,5ha En iedere wandelaar weet ondertussen ook dat zich op deze straat het café ‘In den Hengst’ bevindt. Vroeger een boerderij; sinds 1850 omgevormd tot kroeg, die rust en authenticiteit uitademt. Hier kan je nog, op een oude tegeltjesvloer en rond de Leuvense stoof gezellig keuvelen en een pint drinken. Hier kan je nog een partijtje bakschieten en als de nood dwingt ook letterlijk ‘naar de koer gaan’. Op amper 100m van de Valkenberg gelegen is het cafeetje dan ook bekend bij de wielrenners. De weg blijft lichtjes hellen tot op ‘de Ooievaar’, een kruispunt dat in volksmond nog steeds genoemd wordt naar het café dat zich hier vroeger bevond. Wat achter de huizen verborgen, staat nog de romp van de Ooievaarsmolen uit 1840. Toen hij in 1972 door een brand werd getroffen moest het gevlucht worden verwijderd en maalde men nog enkel met een motor.
We bevinden ons hier immers op een hoogte van 106 m en wie nog hoger wil kan de 162 treden van de toeristische uitkijktoren beklimmen. Deze 30m hoge constructie in gegalvaniseerd staal bezorgt je een uniek 360°-uitzicht over de Zwalmvallei en de getuigenheuvels. Bij helder weer zijn zelfs de skyline van Gent en de koeltorens van Doel zichtbaar. Wie daar boven het noorden kwijt is kan beroep doen op 4 oriëntatietafels die je wegwijs maken. In de schaduw van de uitkijktoren werden zo’n 30 jaar geleden ook 2 grote, ronde drinkwaterreservoirs aangelegd van 6m hoog, goed
Uitkijktoren en waterreservoir
voor 60 miljoen liter water. Ze worden omringd door architectonische elementen met telkens 1m tussen, die de waterkuipen tegen de zon moeten beschermen. Sinds enkele jaren zijn de reservoirs bedekt met zonnepanelen die groene stroom moeten opwekken en de ecologische voetafdruk van de Brakelaar moeten verkleinen.
De Kluislos brengt ons naar de Gentsestraat die we oversteken om dan de Smisstraat in te slaan. Enkele kapelletjes en een Kruise Lieve Heer verder, zijn we terug in de startzaal. De wandelaars die hun tocht hebben beëindigd komen met 2 of 3 pakken geutelingen buiten. Het kan niet op!
Zijn het geen ambachtelijke ovenkoeken; ze kunnen maar smaken!
Maar wij moeten nog aan onze 3de lus beginnen en die zal ons richting Rozebeke brengen met zijn bekende Rekelberg. En dan zit onze lichaamsoefening voor vandaag er ook op!
De verdwaalde Schildpad