Zomertocht in Everbeek (23 juli 2023)

Zomertocht in Everbeek (23 juli 2023) stevenhaelterm… Mon, 06 Nov '23 - 22:00

De verdwaalde schildpad

Een stofje in de motor heeft ons belet om aan de geplande wandelvakantie in Oostenrijk deel te nemen. Brute pech, maar dankzij de vele foto’s die op facebook werden gedropt, konden we het reilen en zeilen van de Sloebers volgen en samen met hen toch een beetje van het prachtige berglandschap genieten. Bovendien kunnen we ons gelukkig achten dat het ‘coronaire’ euvel zonder enige schade kon worden opgelost. We zijn dus weer vlug aan de wandel gegaan, al hebben we veiligheidshalve de inspanningen zorgvuldig opgebouwd. We hebben tot nu toe nog geen hellingen getrotseerd, maar vandaag zal dat anders zijn, want we trekken naar onze vrienden van Everbeek die er hun zomertocht geven. Dit jaar blijkt deze tot 25km herleid, al geeft de Marching nog een 50 km aan. Het weer zit ook niet mee, want er worden stevige buien voorspeld en dat trekt de wandelaars meestal niet aan. Het is dus gewapend met onze regenattributen dat we naar Everbeek vertrekken.

 

Everbeek behoorde in de feodale tijd tot het Land van Lessen en Vloesberg, fel bevochten gebied, tussen de graven van Vlaanderen en Henegouwen. Vanaf 1333 definitief bij Henegouwen tot 1963; toen, naar Vlaanderen overgeheveld en vandaag is het een deelgemeente van Brakel. Het bestaat uit twee woonkernen. In het zuiden, Everbeek-Beneden, de oude dorpskern rond de Sinte-Mariekerk, in de 14de eeuw opgetrokken op de plaats waar reeds een kapel ter ere van O-L-Vrouw stond. In het noorden, Everbeek-Boven, rond een dries gevormd en waarvan de St- Jozefskerk slechts eind 19de eeuw tot parochiekerk werd uitgeroepen. Everbeek-Beneden bleef nog lange tijd veel affiniteit bewaren met Henegouwen, wat vooral tot uiting kwam in de taal van zijn inwoners die doorspekt was met Waalse woorden en uitdrukkingen.

 

 De wandeling start in de schaduw van de Sinte-Mariekerk, meer bepaald in de Cordenuyt. Gewoonlijk kan men zijn auto stallen op de weide, naast de zaal, maar deze keer moeten we een eind verder in de straat naar een stoppelveld; een stuk veiliger met de regen die voorspeld wordt. In de zaal is het nog vrij rustig, maar de inrichters laten zich niet ontmoedigen. “Wie graag wandelt zal wel komen”, zeggen ze.

 

Duizendpoot voelt zich fit genoeg voor de 18km, maar mijn ventje kennende en door zijn neiging om zichzelf te overtreffen, voel ik mij verplicht om hem in te tomen. We zullen dus met de 12km beginnen en zien dan wel hoe hij de hellingen heeft verteerd…  We vertrekken via de Tamelbroekstraat. Zowat alle straten hebben hier kleurrijke namen, die alles aan de verbeelding toelaten. Op de hoek van deze straat, ‘‘t Fameus Verleden’, een bruin estaminet  dat al 3 generaties lang zijn authenticiteit probeert te bewaren. Verderop passeren we het kasteel d’Harveng, genoemd naar de notarisfamilie die het in 1840 liet bouwen en het bewoonde. Eén van hun telgen, Adelson, die beheerder was van een Lessense steengroeve en ook burgemeester van Everbeek werd, zorgde, uit politieke na-ijver, ervoor dat zijn burgerhuis de allures van een kasteel kreeg. Hij liet er een imposante vierkante toren , met sierlijke zijtorentjes op zetten, omgeven door een hardstenen balkon met geajoureerde balustrade. In de jaren ’70 van vorige eeuw werden de paardenstallingen omgetoverd tot Dancing Rojoma, waar de jeugd van Everbeek en omstreken hun zaterdagavond met dans en muziek doorbrachten. Wat een tijd was dat!

We slaan het Luyk in, klein paadje, tImage removed.ussen de huizen, dat ons onmiddellijk in volle natuur brengt. Everbeek is van oudsher een boerengemeente, al is hun aantal de laatste 20 jaar drastisch gekrompen. Vandaag de dag zijn er nog een paar grote boeren die zich alle beschikbare landbouwgrond hebben toegeëigend, voor zover Natuurpunt deze nog niet had ingepalmd. Het pad brengt ons aan de rand van de Collebroeken, natuurgebied op een helling gelegen, waarvan het onderste deel iedere winter onder water komt. Het maakt deel uit van de Everbeekse bossen, verzamelnaam  voor alle kleinere en grotere bossen in deze gemeente. Op de berm, naast de voetweg die door de Colle leidt, staat een prachtige bakstenen kapel uit 1855. Ze is gewijd aan O-L-Vrouw van La Salette en werd opgericht door Rosalie Clinquant, voor de zielerust van haar overleden echtgenoot. We klimmen verhard Plankkouter omhoog en bijna boven duiken we het bos in via Sortie de l’Eglise, een mooi stukje natuur met plankenpaden en poortjes, gevolgd door een avontuurlijke afdaling via Sortie de Cosijns. Gelukkig krijgen we de hulp van een stuk touw, om de  meest geaccidenteerde passage heelhuids door te komen. Dan de Bergstraat naar boven en via Kouterken en Maeleveld komen we op de rijweg. Volgt de lange afdaling van de Koestraat met het witte Image removed.kerkje van Parike op de achtergrond.

 

Weleens ‘het verbrande dorp’ genoemd, werd Parike in 1453 door woeste Gentenaars in de as gelegd. De Lambertuskapel die hier stond moest er toen ook aan geloven. We kunnen dus aannemen dat het eerste stenen kerkje eind 15de eeuw werd gebouwd, waarvan enkele restanten in de latere kerk werden bewaard. St-Lambertus wordt steeds voorgesteld met zijn mijter en bisschopsgewaad en is de schutspatroon van de boeren, chirurgen, tandartsen en van de huwelijkstrouw. En Parike brandt nog steeds, al heeft dat nog weinig te maken met de Gentenaars en hun strijd tegen Filips de Goede. Maar, om de traditie van een oud Keltisch volksfeest in ere te houden wordt jaarlijks op de Parikeberg het Walmkebrand aangestoken, een groot vuur dat de kille winter afsluit en de lente verwelkomt.  Boven op de Parikeberg staat nu het wielermonument dat jarenlang op het Rondpunt in Nederbrakel prijkte. Zoals gewoonlijk hebben we controle in de basisschool ‘Klavertje Vier’. Tijd voor een uitgebreide pauze, want het blijft maar motregenen en er blaast bovendien een stevige wind; dus alles behalve aangenaam  wandelweer. Het lijkt alsof we in een ouderwetse kwakkelzomer zijn beland, terwijl Zuid-Europa  zijn heetste julimaand ooit beleeft.

 

We slaan nu het Rameiveld in en volgen dan de oude tramroute, die in de eerste helft van de 20ste eeuw Oudenaarde met Geraardsbergen verbond. In de vroege oorlogsjaren van WOII viel het tramverkeer stil en werden de sporen door de Duitsers opgebroken. Ondertussen neemt de natuur het hier helemaal over. We volgen dat pad tot op de Kalenberg; dan steken we de ‘Giesbaargsesteenweg’ over en begeven ons naar het Brouwierbos. Brouwier zou een Vlaamse volksnaam zijn die verwijst naar een buizerd, kiekendief, sperwer of andere roofvogel en bij uitbreiding naar een ongure persoon. We komen op Koreel uit; eerst de straat, dan de weg. Deze naam is afgeleid Corylus , de latijnse naam voor ‘hazelaar’. We dwarsen de beek die hier in Zarlardinge ‘Molenbeek’ wordt genoemd. De Koreelweg mondt uit op de Watermolenstraat en hogerop bevindt zich op deze beek nog een watermolen uit 855, de ‘Molen ter Walle’, hier beter bekend als Deportemontmolen, naar de naam van zijn laatste eigenaars. Sinds 2008 is het molenaarshuis gerestaureerd en omgevormd tot B&B. We passeren de dorpskern van Zarlardinge die gedomineerd wordt door de O-L-Vrouwkerk en draaien dan naar rechts, de Rekestraat op, welke we enige tijd volgen, om dan weer de natuur in te gaan. In gezelschap van de beek, die opnieuw van naam is veranderd, bereiken we Everbeek-Beneden met 13 km op de teller.

 

Een drankje, een hele lange babbel  en Duizendpoot voelt zich helemaal paraat om er nog een lus aan te breien. Bovendien is de regen eindelijk gestopt. We vertrekken via Spinele, waar de Terkleppebeek onder de gekasseide weg doorloopt. We slaan het pittoreske paadje in dat een hele poos de beek volgt. Het gebied tussen de beek en de wijk Hemelrijk, noemt de Callenge, waarin we de naam van de Keltisch-Germaanse zwarte Godin Caillegh herkennen. Ze heeft de slang als attribuut, reptiel dat onze verre voorouders al te graag in de kronkelende beekjes herkenden. Geen wonder dus dat hier ook een Slangenberg  ligt; weinig berg maar een lichte helling die ons tot aan de Breedstraat brengt. Hier had Duizendpoot een paar klanten, maar vandaag is geen koe meer te bespeuren. We slaan, samen met de beek, Ter Kleppe in , waar ze echter achter de huizen verdwijnt, zodat de watermolen die zich hier nog bevindt vanop straat niet zichtbaar is. We hebben de laatste molenaar goed gekend, maar aangezien in de jaren ’70 met malen al geen vette soep meer te maken viel, was hij ook landbouwer.

 

Image removed.Bijna boven en steeds in gezelschap van de beek duiken we het bos weer in. Een drassige bedoening is dat hier ’s winters. Tijdens de corona dreigden we hier zelfs versteld te geraken. We verlaten het bos ter hoogte van de Trimpontkapel; mooi gerestaureerd en voorzien van een wat ongewoon kruisbeeld, waarbij de armen van Christus naar boven zijn gericht. We moeten daar geen Jansenistische gedachte achter zoeken, maar waarschijnlijk het gevolg dat dit ivoren kruisbeeld uit één enkele olifantstand werd vervaardigd. We zakken Trimpont verder af en komen eventjes op Kapellen dat verderop Chapelle wordt. We bevinden ons hier immers op de taalgrens. In de verte horen we het geluid van motoren die zich opwarmen voor de motorcross, die deze namiddag in Flobecq plaats heeft. Wij begeven ons nu op Hemelrijk, een wijk die verschillende straten, veldwegen en uitgestrekte kouters telt. Achter populieren verscholen, het puin van de Kapellekoutermolen, een stenen korenwindmolen die midden 20ste eeuw werd ontmanteld.

 

Monument aan de Pijkskapel

We slaan Terbeken in en zien de mannen van de lange afstand van de Pijkskapel afkomen.  Deze kapel, waarvan de naam een vervorming is van Chapelle de la Paix, werd in 1815 gebouwd door drie Everbeekse soldaten die samen met Napoleon de veldtocht naar Rusland hadden overleefd. Gezien de kapel midden een uitgestrekte kouter lag, waar heel wat spookverhalen de ronde deden, geraakte ze in verval en stortte midden vorige eeuw in elkaar. In 2009 werd besloten om de site te rehabiliteren. De kapelvloer werd ontbloot en scheen nog intact. Bij gebrek aan een  betrouwbare afbeelding van de kapel, werd enkel de ommuring gereconstrueerd. Een Brakelse kunstenaar maakte een monument in cortenstaal om de Everbeekse cavaleriesoldaten te gedenken.

 

 

Image removed.

 

Terug op Hemelrijk wandelen we tot aan de beek en slaan dan Hazooten in. Dit was, in het Ancien Régime, de naam van een zelfstandige Everbeekse heerlijkheid die herhaaldelijk van Vlaanderen naar Henegouwen verhuisde. Zó komen we in de Mierenhoek, de bakermat van Everbeek. Hier stond tot eind 16de eeuw het kasteel van de heer van Hazooten. Via de Sortie du Château komen we weer in de dorpskom van Everbeek-Beneden en komt er ook een einde aan deze mooie wandeling, die uiteindelijk dikke 20km bedroeg. Vermoeid maar voldaan, voelt Duizendpoot zich elke dag wat sterker. En nu tijd voor een welverdiende siësta!